Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Want [21]de HEERE zal Zijn volk [22]richten, en [23]het zal Hem berouwen over Zijn knechten. 21. Alsof hij zeide: Ofschoon God de Heere zijn volk, vanwege hunne zonden, somtijds zwaarlijk is kastijdende, alzo dat het schijnt dat zijne goedertierenheid niet altoos op hen blijft, nochtans nadat Hij hen een tijdlang zal gekastijd hebben, zo zal het Hem berouwen en Hij zal hen uit de handen hunner vijanden verlossen. 22. Zie de aantekening bij Gen.15:14. 23. Dat is, zijn toornig gemoed zal veranderen in een vriendelijk gemoed. Het is menselijke manier van spreken. Zie Gen.6:6.